vrijdag 29 juli 2011

Ik ben verhuisd!

Nieuwe blogs gelukkig gewoon leesbaar op


Ik zie je daar wel.

woensdag 27 juli 2011

Norg

Een klein wondertje ben ik aan het fietsen. Blijkt achteraf, na een blik op Buienradar met zijn donkerblauwe vlekjes met rode stipjes erin. Ik fiets flierefluitend in de bijna afwezige wind door het landschap van Drenthe en Zuid-oost Friesland. Naamplaatjes op een papiertje gekrabbeld, papiertje door de plakbandmachine gehaald en zo onder mijn broekspijp gestoken. Namen als Elsloo, Appelscha, Smilde en Norg staan er op. Waarbij die laatste -Norg- me altijd doet denken aan een kruising tussen een sprookjesachtig dwergschepsel en een trol. Maar dat kan ook komen omdat Norg me doet denken een Jorg. Jorg van vroeger. Voor wie de vergelijking deels op kan gaan, en waarvan ik nu -na dit te hebben geschreven- hoop dat uit het uit het oog uit het hart ook op ons van toepassing is.

Boven Norg -had ik het niet gezegd?- pakken donkere onweerswolken samen en trekt de wind onheilspellend aan tot onverwachte krachten. In het Oosten lijkt de lucht kleurloos te worden. Alsof je naar een stoomwolk van ongekende grootte zit te kijken. Laat ik nu bij Norg net weer richting het westen draaien. Mijn Colly loodst me vastberaden met de rug in de wind door de wouden van de vergeten schoonheid van  de zuidoosthoek van het Friesche land. De donderwolken van Norg drijven met me mee. Bossen wuiven en het gloednieuwe donkerblauwe fietspad glimt als een wat blauwig uitgevallen regenworm  voor me uit. Kletsnat van de plensbuien die hier kennelijk al zijn gevallen. Opspattend water over mijn schoenen en schenen, bij Wijnjewoude wat spetters uit de licht. Ik had het niet moeten noemen.  De bui blijkt niet noemenswaardig en de spetters vanaf mijn aluminium ros zijn velen malen talrijker waardoor ik verfrissend kleddernat word.

Ik stuur over niet eerder verkend asfalt en net ten noorden van Olderberkoop vind ik weer bekende routes en weet ik dat mijn heerlijk ritje van vanavond bijna ten einde is.
Zowat ik trans rijd ik de laatste normaliter saaie 10 kilometer langs de drukke N-weg naar huis. Met mijn ellebogen op mijn stuur, mijn ogen gericht op de weg, niet ver van mijn voorband af. 

Na een weekje met minder fijn lopende trainingen en extra opgenomen rustdagen is dit weer een hart onder de riem. Ik lijk nog steeds op de goede weg te zitten.

103 km
3:37 uur

donderdag 21 juli 2011

Bericht aan mijn knieën:

Ik wil jullie te midden van dit trainingsgeweld voor de laatste Tour for Life loodjes alvast tussentijds bedanken. Dus:

Bedankt voor de werkelijk ontelbare keren buigen en strekken. En dat zonder klagen, zieken en zeuren. 
Erg bedankt.

zondag 17 juli 2011

Pffoaaaw

Vanmorgen stap ik Veenendaal op de racefiets. De zon piept er door en na 5 km is het al zó warm dat de armstukken naar de achterzakjes verdwijnen. 19 graden op de Edge. Ik heb wat D2 blokjes gepland, maar fiets eerst in rustig tempo 20 minuten in. Of uit, wat je wil. Gisteren reed ik een duurtraining van Wolvega naar Veenendaal. Wederom een 5 uur  in de tegenwind, net als woensdag.

Maar ik lijk niet veel last te hebben van gisteren. Als de 20 minuten om zijn ben ik onderaan de Grebbeberg. Die knal ik dan maar omhoog, en knoop er vervolgens een D2 blok van 20 minuten aan vast die mij via de Bergweg in Rhenen naar de Autoweg brengt. Die klimt en daalt dus lekker door. Ik sla rechtsaf en rijdt de Defensieweg ook nog af met het gas open.

Ik bol uit door Elst in de richting van Amerongen. In Leersum begin ik het tweede D2 blok. Rechtsaf de -ook al- Bergweg omhoog. Doorstoempen, beneden rechtsaf. Dit blokje wordt iets langer, want de Amerongse berg moet er ook even aan geloven.

De eerste 100 meters van die berg nader ik een fietsend koppel. Man-vrouw. De vrouw in zijn wiel. Er zit best wel een tempo in, maar ik ga er omheen. Na een paar minuten komt de mannelijke versie van het koppel met een flink rapper tempo weer om mij heen. Ik laat het maar begaan. Hoewel... 30 meter voor me valt hij een beetje stil. Zal ik...? Ik maak tempo, ik ging al hard, maar nu in het rood. Ik kom dichterbij, passeer een andere renner... Shit. Ik kom net 50 meter berg tekort. Hij finisht met 2 fietslengtes voorsprong.

Hij blijkt niet te gaan wachten op zijn vrouw. Met een flink tempo zet hij de afdaling in, zonder eerst even uit te bollen. Dat kan ik ook. Zal ik er voorbij op het 2e korte klimmetje. We sjezen allebei al omhoog, zal ik nu, of eerst in zijn wiel en dan erover heen? Ik kies voor dat laatste. Niet slim. Hij heeft me gehoord, ik zit er nog niet eens helemaal achter. Tegelijk zetten we een soort sprint in, ik moet eerst naar zijn wiel. Ik schakel bij, hij gaat staan, we versnellen terwijl we bergop gaan. Ik kom er niet overheen, maar hij kan me ook niet lossen.
Bovenop een vluchtige blik naar rechts, eind 30 gok ik. Hij kijkt niet terug.

In Amerongen kies ik weer de richting van Elst. En in Elst de richting van huis. Ik was voornemens 2 a 2,5 uur te trappen. Maar ik heb er nog maar 1,5 uur op zitten. Ik kan me eigenlijk moeilijk motiveren om er nog een uur aan vast te plakken. Ik heb het wel gehad, wil thuis op de bank zitten met een kop koffie. Toch vind ik niet dat ik met anderhalf uur al weer terug mag zijn. Dus hemelsbreed 1 kilometer van huis kies ik toch maar voor de Oude Veensegrindweg naar -nog een keer- Rhenen. Daar keer ik om en met nog een zinloos lusje door Veenendaal ben ik dan met 2 uur op de klok terug.

Deze week heb ik 16,5 uur getraind en dat vind ik best een hoop. Volgende week 'maar' 13 uur. Te beginnen met een rustdag.

woensdag 13 juli 2011

Herfst

Ik zit in een vergaderzaal ergens in het bos onder Ommen. Het overleg gaat uitlopen en ik leg me er maar bij neer dat ik dus later thuis ben dan gehoopt. Als we dan eindelijk klaar zijn snel ik met mijn volle tas het damestoilet in, om er -voor mijn collega's - onherkenbaar weer uit te komen. Gestoken in wielertenue en daarom blijkbaar direct 'stoer' bevonden. Wenkbrauwen gaan omhoog als je vertelt dat je op de fiets naar huis gaat .Het regent al de hele dag. Het is praktsich droog. Wielertaal voor motregen. "In dít weer??" is de eerste reactie. "En hoeveel kilometer is dat dan wel niet?" Het is een kleine 70 kilometer. Rechtstreeks. Dat ik nog een omweg heb gepland omdat ik anders niet aan mijn trainingsuren kom, zeg ik er maar niet bij. 

Ik heb geen tijd gehad, of gemaakt, om de route als GPS in de Edge te zetten. Dus ik heb wat kruispunten nummers op een papiertje gekrabbeld, her en der wat plaatsnamen erbij, en dat goed geplastificeerd om de meest onprofessionele wijze; omwikkeld met plakband dus. Het werkt perfect, want de kruispuntenbordjes werken perfect. Tot ik bij Dedemsvaart in de knel kom, want de route wil me een schelpenpaadje op hebben. En laat ik nu uitgerekend vandaag mijn fietspomp hebben vergeten. Ik hád eventueel een pompje kunnen kopen in een dichtbijzinde fietsenwinkel, ik wilde immers toch een nieuwe, maar dan zal het een niet erg doordachte aankoop worden. Op hoop van zegen dus. Ik kies de grote weg, in plaats van het fietspad.

Ruim voorzien van boterhammen en drinken rijd ik na 20 kilometer niet meer in de regen. Met radio Tour de France aan, op mijn mobiel, geniet ik van het fietsen. Het gaat bijzonder lekker, ondanks de tegen en zijwind die ik 100 kilometer lang voor de boeg krijg. Bij het dorpje Linde kom ik weer op de knooppuntenroute, ik kijk op mijn geplakbandticeerde briefje en zie dat ik niet ver van mijn geplande route af ben. Mooi zo.

Bij kilometer 50 begint het weer te regenen. Ik eet boterhammen besprenkeld met regendruppels. Fysiek en mentaal loopt het echter nog steeds gesmeerd. Ik klim de sneweg over net ten westen van Hoogeveen en dan beland ik al snel in het Nationaal Park het Drenths Friese Wold. Via een onverhard fietspad -er was geen andere keus- steek ik de heide over en kom uit in Dwingeloo. Daar staat Diever op de borden en kom ik op bekender terrein. 

In Zorgvlied - ik volg nog steeds mijn kruispuntenroute op het briefje- besluit ik dat ik eigenlijk wel de kortste weg naar huis wil. Ik kies voor een fietspad het bos in, waar ik na een kilometer een plattegond tegenkom. Na een blik daarop besluit ik om te keren, terug in Zorgvlied kies ik toch maar voor de vertrouwde ANWB wegwijzers: Noordwolde 9 kilometer.

Noordwolde bereik ik spoedig, en als ik erna de vaste route volg over het weilanden fietspad naar de Hoeve is het op met de zegens. Ik heb lek, een platte achterband. Wolvega is nog 9 kilometer ver weg, het is kwart over acht in de avond, het regent nog steeds en het is amper 13 graden. Een telefoontje en 15 minuten later is Johan er met de auto. De kachel ervan staat aan en als hij me thuis heeft afgezet -koukleumend ondertussen- gaat hij ook nog even aan de slag om mijn fiets schoon te maken. Fijn! 

95,3 km
4:48 uur

maandag 11 juli 2011

Solo, alleen en op kop.

De laatste loodjes voor de Tour for Life maak ik het zwaarst. Gisteren reed ik 140 km. Solo, alleen en op kop. Voorlopig rijd ik alleen maar solo, alleen en alles op kop. "Daar word je hard van." zei Johan, toen ik achter de pc mijn 7 weken-trainingsschema maakte. En de woorden van Erik, uit het Team Fiets,  vergeet ik ook niet meer:  "Op kop rijden. Daar word je sterk van." Dus ja, als dit het credo is van een voormalig profrenner en mijn eigen ervaringsdeskundige, dan zal ik me daar aan wijden deze laatste 7 weken. De aantal uren trainingsarbeid zijn niet voor de poes, zoals je hier ziet. Weken van minimaal 12 uur tot 17 uur. Ik ga ervoor, nog even doorbijten.

Na de 140 km -waarvan grotendeels in D2 (doorstoempen)- was mijn lijf het blijkbaar niet helemaal eens met de 2 uur durende rustige duurtraining van vanavond. Hoewel ik heerlijk fiets, ik kies vanavond alle weggetjes die ik nog nooit eerder in reed, komt mijn hartslag moeilijk in het midden van de D1 zone. De snelheid zit er echter wel in en de spieren voelen ook niet slecht. Alleen een beetje moe, dus ik maak me er niet druk om.

Om niet te vroeg thuis te komen  'moet'  ik van mezelf eerst een uur tegen de noordoosten wind in. Zonder een flauw vermoeden te hebben waar ik rij, keer ik na ruim een uur om. Een kwestie van 2 keer links. Ik kreeg bij 20 km alleen een bordje "korfbalvereniging Jubbega"" op mijn netvlies. De routewijzers van de ANWB en de knooppuntenborden zijn in dit stukje Friesland, wat me doet denken aan de achterhoek, erg spaarzaam neer gezet. Als ik op de terugweg, de wind in de rug, dan eindelijk nieuwbouwhuizen voor me op zie doemen blijkt mijn vermoeden te kloppen: Gorredijk. Ik kruis het dorp door over klinkerwegen, en kom al snel de route tegen die ik geregeld af leg naar mijn schoonouders.

Het laatste half uur gaat dus via de bekende weg terug naar huis. Waar ik na een douche fijn in mijn joggingbroek op de bank plof. Precies op tijd voor alle wielrenprogramma's. Want ten tijde van de Tour de France-weken je trainingen afwerken heeft iets speciaals, vind ik.

56,2 km
2:02
Route:

zondag 10 juli 2011

De laatste loodjes....

Klikt u maar:

dinsdag 5 juli 2011

NEEEEEEEEEE!!!

Ja inderdaad,  hier was te lezen over de triatlon op 25 juni, de training met TeamFiets op 2 juli, de duurtraining in het koude Friesland op 3 juli. En nog wat onbelangrijk gezwets tussendoor. Maar door een domme actie van mezelf -ja helaas, maar als je 4 blogs bij houdt kan je wel eens wat door elkaar halen-  zijn de laatste post onhertselbaar gewist. En ik heb ff geen zin om dat opnieuw te doen.
Dat gaat even op zich laten wachten.

Dus helaas voor jullie
en voor mezelf.
Zucht.

zaterdag 25 juni 2011


Triatlon
1 0 1




































zaterdag 11 juni 2011

Cyclo Trois Ballons

By M. Cornelissen

Het ontbijt zit erin en de racers staan achterin de auto. We vertrekken vanuit Colombotte en moeten 30 kilometer naar het oosten. De strart van Trois Ballons ligt in Champagney. Bij elke kilometer oostelijker wordt het donkerder en donkerder. Het spettert een beetje.

Dan komt het met bakken uit de hemel. Het zijn dan wel de laatste buien die nu overtrekken, maar zal het op tijd droog zijn?


In de auto moet ik mij concentreren op de wat slingerende weg. Mijn maag voelt alsof ik zo mijn ontbijt er weer uit ga gooien. De zenuwen? Het moet zo zijn. Hoewel ik eigenlijk alleen maar gezonde spanning had. Ik kon gisteren 2 borden spaghetti naar binnen werken en ook het ontbijt was geen probleem. En dat was wel eens anders.

Johan achter de lange rij wielrenners aan. Ik word eerst door een official ook naar achteren gewezen. Wellicht is daar een toegang tot het licentievak? Nee dus, ik draai weer om en moet met een omweg om de kerk weer helemaal naar voren fietsen. Daar til ik mijn Colly maar over de dranghekken, buiten het zicht van de official. Net op tijd sta ik klaar, nu dus helemaal achterin het licentievak. Ik heb niet eens tijd de edge fatsoenlijk in te stellen, we vertrekken.

Ik moet even alle zeilen bijzetten om aan te klampen. Een hele grote groep renners rijdt voor me, maar het groepje waar ik in zit dreigt de aansluiting daarop verliezen, maar na 7 kilometer zijn we er bij.  Zo lijkt het, maar ik heb niet de macht tot het grote peloton door te rijden. Nog 5 kilometer en dan begint de eerste klim naar Ballon d'Alsace. In de aanloop daar naartoe stijgt het soms al kleine korte stukjes. Ik merk dat het niet lekker loopt. Ik schakel snel terug en 'tik tik tik' niet even op de macht naar boven. Als de echte klim aanvangt gaat het nog slechter. Zit ik nu echt al op het allerkleinste verzet? Mijn hartslag is daarbij torenhoog. Dat kan toch niet, gezien mijn niet al te snelle tempo. De klim is niet heel lang, 8 km ofzo. Maar bij 3 km gaat het al zo slecht, dat mijn armen trillen om mijn gewicht boven mijn stuur te houden. Het voelt alsof ik helemaal geen ontbijt op heb. En ook geen 2 borden pasta gisteren.

Het voelt licht in mijn hoofd. "Hé Colly!" hoor ik. Ik reageer wazig waarschijnlijk, want hij roept er nog eens Trek achteraan. Mijn nick van het wielertoeristenforum. "Succes he!" zegt hij en dan is hij alweer 20 meter voor me uit. Ik moet stoppen. Nu, anders val ik om. Ik moet wat eten. Dat lukt niet fietsend, dus ik stop en trek een gelletje uit mijn vakje. Die gaat erin, maar helpt natuurlijk niet direct. Als ik -eindelijk- boven kom, doe ik waar ik al 3 kilometer over nadenk. Ik stop. Hier, bovenaan. In de mensenmassa, daar in de berm. Ik stop en ga wachten op Johan.
Sta ik nu écht stil? Ga ik écht stoppen? Ben ik niet iets te hard gestart en gaat het zo wel weer? Zal ik doorgaan?  Nee, ik voel me zo slap. Het gaat waardeloos. Ik eet nog maar wat en kijk goed naar de massa's wielrenners die boven komen op dit smalle weggetje.

"Hé Marieke!" hoor ik. Iemand de me herkent. Ook dat nog. En later weer één die mijn naam roept. Snel mijn zonnebril op. Er komen steeds meer dames over de col. Dames die ik doorgaans makkelijk moet kunnen voorblijven. Ik tel er 4, 5, 6....
Nog steeds geen Johan. Hoe lang sta ik hier nu? Een kwartier.Een traan. Nog mee dames. Dan is hij daar. Ik roep zijn naam. Hij hoort me niet. Nog een keer harder. Hij kijkt om en zoekt de berm op. "Wat is er?" vraagt hij verbaasd. "Niets meer." is mijn antwoord. Er was een cyclo, en nu is er niets meer. Ik doe het verhaal met tranen van teleurstelling. Al dat trainingswerk voor niks. AL DIE trainingsuren. Ik zie het helemaal niet meer zitten. Er verstrijken minuten. Eindeloos. Ik haal diep adem. "Ik fiets wel met jou mee." zeg ik tegen Johan. We gaan de afdaling in.

Johan staat beneden te wachten, hij daalt sneller. We staat bij de splitsing van de lange en korte afstand. "Weet je het zeker? Dat je de lange doet?" Een half uur geleden dacht ik nog om helemáál niet meer te fietsen. Ook niet de korte. Maar ergens op een bergtop te gaan zitten wachten tot het donker wordt. Die gedachten zijn al weer overgewaaid. "Zo. Ik rij met jou mee de 205. Gewoon samen." en ik besluit er dan maar extra van te genieten. Een glimlach komt er aan te pas om Johan te overtuigen.


En zo rijden we deze cyclo samen. Op de ene klim 'gaat het wel weer' en kan ik voorop omhoog. Niet alleen voor Johan, maar ook voor de rest van de sliert mannen. Maar op de andere klim rijdt John meters voor me uit en zit ik aan mijn max, langzaam en moeizaam. Ik trek de conclusie dat ik verstandig heb gedaan om op hem te wachten. Ik had niet voor een toptijd kunnen rijden, het lijf voelt nog steeds niet goed.

Op een volgende col moet ik een imbussleutel lenen. mijn bidonhouder blijkt los te zitten. Op een andere col slaan we veel eten en extra drinken in bij de ravitaillering. Op de Routes des Cretes gaat Johan voorop om vervolgens na de Col de Hundsruck bij een de ravitaillering tegen een vrachtwagen te gaan zitten. Hij heeft weinig getraind, maar ik wacht graag op hem als hij bij moet komen. We eten uitgebreid stokbrood met worst en bananen. Iets was ik gelijk mag bekopen op de klim naar de Ballon d'Alscase die er direct op volgt. Weer dat zweverige slappe gevoel. Krijg ik in ieder geval bevestigd dat mijn lijf inderdaad niet in orde is.

Op het stuk tussen Giromagny en Champagney ga ik voorop. Johan in mijn wiel. We pikken mannen op, ik spoor aan om aan te haken. We krijgen zo wind tegen en we kunnen ze dan wel gebruiken. Blijkbaar vind ik een laatste vaatje energie. In de laatste korte gemene klimmetjes leg ik 'ze er op'. Ze bungelen er achter vanaf. "Waar haal je het nog vandaan?" roept er renner me toe als ik inhoud om het treintje -met Johan erin- weer compleet te maken. Tja, denk ik. Waar vandaan? Van een hele winter en voorjaar lang noeste trainingsarbeid. Het is wel wat zuur.

De slotklim - de hufter van 5 km- gaat niet hard meer. Het is ook wel een gemene die volgens mij niet onder de 11% komt en in de eerste meters een maximaal haalt van tegen de 19%. Er lopen al veel renners. anderen staan te rekken met kramp. Joha fietst 200 meter voor me en verdwijnt uit het zocht. Ik heb er wel vrede mee. Als ik de finish nader zie ik dat hij er vóór staat te wachten. "We doen het toch samen?!"
Na ruim 10 uur onderweg te zijn finishen we.

We hebben beide ontzettend afgezien én ontzettend genoten van deze mooie cyclo. Maar de dagen erna zijn wel wat mistig.

donderdag 9 juni 2011

Here we go.

De tassen zijn gepakt en staan in de kamer te wachten. Ik kan niks meer verzinnen wat er nog mee moet. Johan loopt het lijstje ook nog eens na en ik hoef alleen maar te knikken. Ja, ja, compleet.

Het was vandaag Trois Ballon-voorbereidingsdag. Alleen het chillen is niet gelukt. De rest wel, masseur, fiets poetsen, tassen pakken, boodschappen doen, sportvoeding inslaan, bloggen. Wat mij betreft kunnen we vertrekken. Eerst nog een uur of 5 slapen.

Drie jaar geleden (alweer!) stond ik aan de strart van Trois Ballons. Daar stond wel een beetje andere Marieke, denk ik. Laten ik het eens doorlopen.

Drie jaar terug hadden we 3 weken Alpen en Provence erop zitten voordat ik aan de start stond. En ik had een week eerder de cyclo La Ventoux gereden. Over supercompensatie gesproken.

Dit jaar zitten er geen alpen hoogetmeters in de benen, maar wel 2 trainingsweekenden. Daarbij wat meer lange duurritten in het heuvelland. Zo reed ik vorige week nog de Steven Rooks Classic en 2 dagen later de Tecklenburg Rondfahrt. Ook bereidde ik me dit jaar voor in de sportschool met krachttraining.

Als je de cijfers naast elkaar legt: In 2008 reed ik 3.888 kilometer tot aan de start. In 2011 zijn dat er 4.504. Dat is slechts een verschil van ruim 600 kilometers. Volgens mij is zoiets te verwaarlozen.

Verder ben ik natuurlijk 3 jaar ouder? Is dat een nadeel? 27 versus 30? Daarentegen heb ik wel 3 jaar meer fietservaring. Maar dan een ander feit; ik ben ook weer 1 junior rijker. Geloof me, dat hakt erin. Zowel de zwangerschap, als het weer bijkomen van de zwangerschap, als de baby en peuterjaren.

En mentaal? Hoe zit het tussen de oren? Ik ben namelijk ook een ziekenhuis ervaring rijker en de eerste afdalingen na mijn val verliepen dramatisch. Een schildpad had het niet sneller gekund. Nou ja, misschien iets overdreven maar de strekking is helder.

Wat kan ik concluderen na al dit plussen en minnen. Dat ik er geen peil op kan trekken. Zal ik de 8 uur 30 van 2008 kunnen evenaren? Ik was toen die dag wel in een ontzettende topvorm. Ik kon zo diep gaan dat ik erna een week niet kon fietsen (niet gezond) en een knieblessure opliep (niet gezond).
En wat levert een tijd van 8 uur 30 tegenwoordig op? Niet veel, geen top 3. Top 15 misschien?  Reken maar niet op een 2e plaats zoals in 2008. De concurrentie is in 3 jaar tijd zó veel groter geworden. Nederlandse dames die fietsen, heel hard. Harder dan mij. Omdat ze heel veel trainen. Veel meer dan mij.  En dan zijn er nog de Françaises. En de Duitsers.

8 uur 30
Wellicht, ik ga knoeperhard mijn best doen. Dat snappen jullie.
 Morgenvroeg de auto in, 750 kilometer later er weer uit. Vogezen, here we come!

dinsdag 24 mei 2011

Plan je duik en duik je plan.

Wil je een triatlon gaan doen, dan vind je in het midden een stuk "fietsen op je hardst". Na het zwemmen word je geacht je doodmoeie lijf 3 tellen te laten bij komen in het zadel, om dan rap over te gaan op het element hard fietsen. Solo en een vooraf vastgestelde afstand. In het geval van de kwart triatlon dus 40 kilometer.

Nu is die afstand voor niemand een probleem. En 'hard fietsen'  is ook erg subjectief. De kunst: op je hardst zonder dat je na 10 kilometer niet meer kan. Hoe moet dat dan, 40 kilometer lang? Geen idee. Ik heb nog nooit 40 kilometer op mijn hardst gereden. Tja, die 10 km van vorige week is toch weer wat anders dan gedoseerd 40 kilometer rijden. En daarna nog even 10 kilometer rennen...


Nog steeds met pen gekrabbeld in mijn agenda bij 25 juni: de kwart triatlon in Stiens. Hoewel ik ondertussen ernstig twijfel aan de serieusheid van mijn voorbereidingen (mijn zwemtraining valt in het water, het lopen gaat nog lang niet zo goed  zoals het ging in januari....) schrap ik hem niet van mijn kalender. Ondanks genoeg remmende factoren. De Tour for Life slokt veel tijd op, en ook de voorbereiding van cyclo Trois Ballons is niet gebaat bij hardlopen en zwemmen.  De instelling nu: Ach, we zien het wel. Het is nog 4 weken ver.

Vandaag train ik onderdeel #3. Na al 3 slechte verlopen hardlooptrainingen (buikklachten) uitgesmeerd over de laatste 2 weken, ga ik het vanavond weer proberen. En ik stel de harde eis: gaat het vandaag weer niet, dan kap ik er echt mee. Dan maar geen triatlon. Eigenlijk wel een bevrijdend idee. 

De eerste kilometer gaat niet heel lekker, maar dat geeft nog niet. Ik ben gespitst op de bekende plek in mijn buik. Daar links van mijn navel. Als het fout gaat, begint het daar. 
Al lopend bedenk ik dat ik vergeten ben te plassen van te voren en ja hoor, nou moet ik echt plassen. Ik denk alleen nog maar aan plassen en ik ren door Wolvega. Dan maar gaan plassen en ik zet koers naar het parkje aan de rand van het dorp, niemand in de buurt? Snel de bosjes in, snel er weer uit. Stikt er van de muggen. Mission accomplished.

En alsof dat het euvel was dat nu verholpen is loopt het nu als een trein. Het gaat zó lekker, ik doe er nog een schepje bovenop. Draai na de brug over de Linde linksom en zelfs in de tegenwind kan ik het tempo erin houden. Ik zie zelfs soms de 12 per uur op de teller. Stapstapstap, de kuiten die ik in de eerste kilometer voelde zijn nu hemels stil. Die Herzogs tubes hebben toch zeker wel nut hoor. Stap stap stap stap, het klinkt geolied. De laatste van de zeven kilometer gaat wel zwaar, maar ik vertraag niet. Ik klok thuis af, noem mijn tijd op dit voor Johan ook bekende rondje. "Hoeveel?"zegt 'ie. 37 minuut 57. En hij concludeert dat hij die laatst ergens in de 40 minuten liep. Ik upload naar Garmin connect en jawel, een gemiddelde van 11,2 en dat heb ik nog niet eerder gelopen. 

Laat ik die triatlon nog maar niet doorstrepen.